Stedenband Evergem-Guaranda - Reisverslag uit Guaranda, Ecuador van Tom Hamerlinck - WaarBenJij.nu Stedenband Evergem-Guaranda - Reisverslag uit Guaranda, Ecuador van Tom Hamerlinck - WaarBenJij.nu

Stedenband Evergem-Guaranda

Door: TomHamerlinck

Blijf op de hoogte en volg Tom

21 Juli 2011 | Ecuador, Guaranda

Als inwoner van Evergem kreeg ik in 2010 een unieke kans om Ecuador, dat ik reeds in 2004 bezocht, beter te leren kennen. Evergem heeft immers sinds 2003 een stedenband met de stad Guaranda in het Andesgebergte. De gemeente stond in voor de volledige organisatie en in de maanden vóór de start werden de Evergemse inwoners die meegingen klaargestoomd met uiteenzettingen, vergaderingen en een tentoonstelling. Hoe beter de voorbereiding, hoe beter de verschillende contacten kunnen verlopen redeneert de gemeente en dat is ongetwijfeld zo. Deze reis is méér dan het bezoek aan verschillende projecten, het wil een langdurig en nauwer contact tussen de inwoners van Evergem en Guaranda bereiken. De samenwerking tussen Evergem en Guaranda focust zich tot nu toe vooral op afvalverwerking. Een thema waar de Ecuadorianen meer en meer aandacht aan schenken en waar de nodige ervaring ontbreekt. Met deze reis willen we de samenwerking verderzetten op anderen domeinen zoals onderwijs, bibliotheekwerking, kinderopvang en communicatie. Met de confituurfabriek La Carlita in Facundo Vela zullen we het thema eerlijke handel in de praktijk te zien krijgen. Verschillende vakmensen maken deel uit van de groep :
de leraressen Nathalie, Mieke,Veronique en de directrice Catheline, Kathleen van de bibliotheek, Annie, Robert, An en Betty van de kinderopvang en Joost van de dienst communicatie. Dirk (echtgenoot van Kathleen), Nadine en Patrick, Annemie, Ann, Romain (voorzitter stuurgroep stedenband) en Rita (echtgenote van Romain) vervolledigen de groep. Johan Janssens, vrijwilliger bij Wereldwinkel Ertvelde en ongeveer de helft van het jaar in Ecuador, zullen we in Guaranda tegen het lijf lopen.
Tenslotte mag ik ook Noord-Zuid ambtenaar Koen De Baets niet vergeten, hij zorgde vóór, tijdens en na de reis voor de begeleiding en bracht ons op plaatsen die voor de doorsnee toerist onbereikbaar zouden zijn.

Dag 1 - Zondag 4 april
Guayasamín : een schreeuw voor meer rechtvaardigheid
Met twee kisten vol recycleerbare afvalbekers (zeer gegeerd in Guaranda) landen we in de hoofdstad Quito. Natuurlijk moeten de kisten open, dit is een niet alledaagse bagage, maar al snel ziet de douane in hoe onschuldig onze bagage is. Op het terras van Hotel La Pasada Colonial laat Koen ons proeven van de verschillende exotische fruitsoorten die Ecuador rijk is. Daarna gaan we rondslenteren in het oude centrum. Vlakbij ons hotel is een winkelstraat waar voor elke winkel een agent staat.
Deze wijk was tot enkele jaren geleden nog onveilig, bij mijn vorig bezoek werd ons gewaarschuwd niet te voet naar het standbeeld el Panecillo te gaan dat zich op de heuvel vlakbij deze wijk bevindt. Koen denkt dat de criminaliteit zich verplaatst heeft naar één van de buitenwijken. Voor onze eerste maaltijd gaan we een klein restaurant binnen om een soep (mét kippenpoten) en rijst met vlees en aji (een pikante saus) te eten. Alles wordt doorgespoeld met een drankje gemaakt op basis van bloem. In de namiddag willen we het museum van Guayasamín bezoeken maar dat is gesloten. Niet getreurd, een eindje verder is er het Capilla del Hombre, een plaats waar enkele werken buiten en binnen worden tentoongesteld. Guayasamín toont op een heel confronterende manier zijn onmacht voor de onderdrukking van de indígenas of inheemsen, dit zijn de oorspronkelijke bewoners van Ecuador. De koepel van het gebouw op het Capilla del Hombre beeldt de uitbuiting uit van de mijnwerkers van Potosí in Bolivia, het is een beklijvend beeld dat niet direct uit onze gedachten verdwijnt. Bij het buitenkomen priemt de zon zich tussen het wolkendek en zorgt zo voor een feeëriek schouwspel over de hoofdstad. ’s Avonds eten we in een chinees eethuisje met een luidruchtige uitbaatster terwijl één van haar kinderen zorgeloos ligt te slapen…op de diepvries.
Websites : www.guyasamin.org (Spaans/Engels)
www.capilladelhombre.com (Spaans/Engels)







Dag 2 - Maandag 5 april
Natuur bedreigd in Mindo
We zakken af naar het busstation waar we een afspraak hebben met een vertegenwoordiger van de organisatie Cenit. Na een dik kwartier fijn busstof te hebben ingeademd besluit Koen een telefoontje te doen om te weten of er ons nog iemand komt ophalen. Dit blijkt niet het geval te zijn en we wagen ons te voet naar de afspraakplaats. Met de hulp van enkele bezoekers van de markt vlakbij het busstation komen we uiteindelijk goed terecht. Het doel van Cenit (el Centro de la Niña Trabajadora “het centrum voor werkende meisjes”) is om de leefomstandigheden van kinderen die hun ouders op de markt helpen te verbeteren. We worden ontvangen door één van de vrijwilligers die actief is in de organisatie. Daarna keren we terug naar de markt want daar worden de kinderen warm gemaakt om naar de school te komen. Sommige ouders zien daar het nut niet van in omdat ze denken dat hun kinderen voorbestemd zijn om hetzelfde werk te doen als hen. Zoals de naam van de organisatie aangeeft zijn het vooral meisjes die aangesproken werden maar de laatste tijd ook meer en meer jongens.
De organisatie is actief op drie markten en legt de lat niet te hoog, als 10% kan verder studeren is het project geslaagd. Er wordt niet alleen les gegeven maar ook medische verzorging en juridische bijstand. De crisis laat zich hier ook voelen, fondsen zijn gedaald en sommige projecten zijn stopgezet. Na een filmpje over het project wordt ons tussen neus en lippen op gewezen dat elke geldelijke steun welkom is. ’s Namiddags zetten we koers naar Mindo, een dorpje in het nevelwoud en tijdens de busrit zien we het landschap veranderen want meer en meer varenbomen, bromelia’s, orchideeën,enz… duiken op. De komende dagen zullen Marie-Ester en haar zus Irlando ons vergezellen. Zij wonen in de parroquia (*) Salinas en Marie-Ester is in 2006 via de jongerenreis van de Ecuadoriaanse jongeren in Evergem geweest.
Het laatste stukje naar Mindo doen Ann, Betty, Catheline en ik te voet…in de plensende regen. Aan de overnachting in Mindo hebben de deelnemers van de vorige inleefreis natte herinneringen. Midden in de nacht werden ze gewekt om te ontsnappen aan het kolkende water van de rivier die een binnenbocht had genomen na de hevige regenval ! Na het avondeten komen drie jongeren van de organisatie Acción por la vida “Actie voor het leven” informatie geven over hun strijd tegen de aanleg van een pijpleiding door het nevelwoud. Om een lang verhaal kort te maken, de pijpleiding voor aardolie is uiteindelijk toch door het kwetsbare gebied aangelegd maar ze is wel versterkt zodat de kans dat ze breekt vermindert. Niet alleen de pijpleiding maar ook houtkap en mijnbouw bedreigen de natuur. De natuur is hier van heel grote waarde voor het land en de hele wereld. Elk jaar wordt het aantal vogelsoorten geteld en dit overtreft het aantal van Costa Rica dat toch bekend staat voor zijn grote natuurrijkdom. Morgen zullen we vroeg uit de veren moeten om één van de unieke soorten proberen te spotten namelijk “el gallo de peña” (de rode rotshaan).
Websites : www.cenitecuador.org (Spaans/Engels)
(*) parroquia : meer uitleg hierover bij dag 5
Dag 3 - Dinsdag 6 april
Vroege vogelaars, dat zijn wij
Achteraan in een pick-up rijden we naar het beginpunt van de tocht naar de rode rotshaan. Langs een glibberig paadje stappen we hoger in het nevelwoud. Op aangeven van onze gidsen stoppen we en wachten muisstil op de verschijning van deze bijzondere vogel. Ons geduld wordt beloond, eerst horen we zijn typische roep en dan hoog in de bomen merken sommigen hem op. Tussen het gebladerte valt de feloranje kleur op en het mannetje pronkt zoals bij veel vogelsoorten met het mooiste verenkleed. Even later komt de eigenaar van dit stuk nevelwoud ook een kijkje nemen. In plaats van de bomen een kopje kleiner te maken (en de rode rotshaan weg te jagen) heeft de eigenaar deze plek opengesteld voor toeristen. Een veelbelovend initiatief want de rode rotshaan is een soort die met uitsterven is bedreigd. Waar vroeger drie- tot vierhonderd exemplaren rondvlogen zijn dat er nu slechts tien tot twintig. De rode rotshaan eet een specifieke vrucht en door het verdwijnen
van de nevelwouden vindt hij die vruchten nog moeilijk. Er zijn pogingen gedaan om hem in gevangenschap te nemen maar door stress leggen ze er het loodje bij neer. Sterk onder de indruk keren we terug naar de pick-up om naar een bar te gaan voor een kopje koffie of thee.
In de tuin van de bar zijn kolibries en tangara’s te bewonderen. Ze worden gelokt met suikerwater dat ze opslurpen vlak onder onze neus. Eigenlijk niet zo’n goed idee om suikerwater te serveren aan deze minivogeltjes want door gisting wordt het suikerwater omgezet in…alcohol. We krijgen niet genoeg van de prachtige omgeving en maken een wandeling waar we toekans, de zwaluwstaartwouw, vlinders, kevers en prachtige orchideeën opmerken. In de namiddag staat een bezoekje aan “gekke Guido” op het programma. Guido is een Antwerpenaar die verwaarloosde dieren van circussen, particulieren,… opvangt en verzorgt alsof het zijn eigen kinderen zijn.
Bij aankomst moet zijn zus Rosa ons melden dat Guido in Quito is en ze weet niet wanneer hij terug zal zijn. We krijgen van Rosa een rondleiding maar de sappige verhalen van Guido moeten we missen. Rond zijn huis heeft hij verschillende kooien met toekans, papegaaien, apen en konijnen.
’s Avonds eten we vlakbij onze overnachtingsplaats en krijgen we soep die gemixt is (speciaal voor ons ?!) met popcorn, wat voor ons toch een bizarre combinatie is. Na de kip met rijst en bloemkool komen Marie-Ester en Irlando op dreef met een politiek pleidooi voor de indígenas. Ze zijn niet te spreken over het feit dat de indígenas niet gehoord worden. Verder pleit ze hartstochtig voor het behoud van de natuurrijkdom wat niet enkel in het belang van Ecuador is maar van de hele wereld. Ze mogen dan wel uit een arm gezin komen, het doet ons plezier dat ze heel goed op de hoogte is van de toestand waarin hun gemeenschap, het land en de wereld zich bevinden. Irlando studeert nu in een commerciële richting maar zou willen omschakelen naar milieubescherming.
Dag 4 - Woensdag 7 april
Otavalo : de natte droom van elke shopper
Via Quito gaan we vandaag richting Otavalo.
Even buiten Quito is een optocht aan de gang voor drinkbaar water. De demonstranten dragen een spandoek met daarop “La agua no se vende pero se defende” (water verkoopt men niet maar verdedigt men), wellicht wordt water hier ook geprivatiseerd wat een slechte evolutie is voor landen als Ecuador. We hopen dat de schoolkinderen in uniform die op onze bus stappen ook nog toegang zullen hebben tot betaalbaar drinkbaar water in de toekomst ! Tijdens het middagmaal in Otavalo zien we op tv dat er op verschillende plaatsen in het land overstromingen zijn, water is niet direct de beste bondgenoot van Ecuador. Joost merkt op een pleintje vlakbij ons hotel een optocht op. We spoeden ons er naartoe en het blijkt een optocht te zijn ter gelegenheid van de internationale dag van de gezondheid en hygiëne. We zijn in de wolken over de opschriften die de kinderen meedragen “La belleza de la naturaleza y la belleza del entorno cultural creado por el ser humano son,evidentemente, ambos necesarios para mantener la salud del alma y del espíritu del ser humano” (de schoonheid van de natuur en de culturele omgeving gecreëerd door de mens zijn, onmiskenbaar, beiden noodzakelijk om de gezondheid van de ziel en het spiritueel welzijn te behouden). Ik zou het niet beter kunnen verwoorden en hopelijk blijven het geen holle slogans. ’s Namiddags gaan we op pad om meer te weten over de producten waarvoor deze regio wereldberoemd is. Eerst bezoeken we een doofstom gezin dat doosjes uit een soort riet maakt. Het bezoek van toeristen en de verkoop van hun artisanaat is van levensbelang voor hen want dit is veruit hun enige inkomstenbron. Bij een wever wordt eerst het proces getoond (kaardebollen, spinnen, weven), daarna kunnen we de producten (sjaals, truien, mutsen) kopen. Bij het weven wordt volgens het bijgeloof een rugbescherming gebruikt die bestaat uit een voorhoofd van een stier. Vrouwen mogen niet weven omdat ze onvruchtbaar zouden kunnen worden. Verder zien we een hoedenmaakster aan het werk die kleine hoedjes voor popjes maakt. Bij een veldje legt de gids ons een unieke manier van landbouw uit. Er worden tergelijkertijd drie zaadjes in de grond geplant die elk een functie hebben. Tegenwoordig wordt dit nog zelden toegepast omdat de oogsten dan te traag verlopen. Maïs is symbool voor de vruchtbaarheid (fallusvorm) en na droging wordt het verwerkt tot maïsmeel dat in tortillas wordt verwerkt. De afzetmarkt van het artisanaat is de laatste tijd helaas gedaald door de globalisering en de teloorgang van de cultuur. De traditionele kledij wordt door vrouwen wel nog regelmatig gedragen maar niet meer door mannen. De warme truien worden geëxporteerd naar Canada, Engeland en Frankrijk en de winst per trui trui varieert van $1 tot $6. Na de bezoeken heeft de groep enkele bedenkingen, sommigen zien het als een soort voyeurisme, anderen vinden ons bezoek een belangrijke inkomstenbron voor de harde werkers. Vraag is wat Marie-Ester en Irlando hiervan vinden…?
Dag 5 - Donderdag 8 april
Guaranda
Bij het onbijt krijgen we het drankje tomates de arboles. Laat je niet op het verkeerde been zetten, dit is geen familie van de tomaat. Nadat we de laatste souvenirs en fruit hebben gekocht kunnen we dan eindelijk de (lange) busrit starten naar Guaranda. Onderweg merken we in een dorp bordjes op die de evacuatierichting aangeven als de vulkaan Tungurahua uitbarst. Deze vulkaan is sinds 1999 actief en enkele weken na ons vertrek is er terug een uitbarsting geweest, gelukkig zonder erge gevolgen. Vulkanen krijgen bij de indígenas een naam van een familielid. Zo is de Chimborazo een vader en de Tungurahua, de meest actieve vulkaan, een moeder. Onderweg vertelt Koen ook over de grootte van de boerderijen. Vooral in het verleden werd een onderscheid gemaakt tussen hacienda’s (boerderijen groter dan 50 ha), quinta’s (+/- 50 ha) en finca’s (+/- 15ha).
Na een lange, vermoeiende busrit over hobbelige wegen komen we eindelijk in Guaranda aan. We stappen opgelucht uit aan het hotel en worden ontvangen door Raul, Rodriguez en Ligia. Voor Johan en Koen die hier geen onbekenden zijn een hartelijk weerzien, voor de anderen een nieuwsgierige eerste kennismaking met enkele inwoners van onze partnergemeente. Iets later zitten we al in het stamcafé van Evergemse bezoekers in Guaranda : Los 7 Santos “ de 7 heiligen”. Een gezellig bruin café waar we een pintje drinken en een klein hapje eten vooraleer de eerste dromen in Guaranda aan te vatten.
Websites : www.guaranda.gov.ec (Spaans)
Guaranda : Guaranda is de hoofdstad van de provincie Bolívar en ligt aan de voet van de majestueuze vulkaan Chimborazo . De burgemeester Gustavo Jamarillo Villafuerte heeft zo’n 85000 inwoners onder zijn hoede, de meeste zijn indígenas en leven in de bergen in één van de acht “parroquias”. Deze “parroquias”, te vertalen als deelgemeenten, zijn Facundo Vela, San Luis de Pambil, Julio Mereno, Santa Fe, San Simón, San Lorenzo, Simiatug en Salinas.

Dag 6 - Vrijdag 9 april
Pájaro azul in Los 7 Santos
We zetten de dag in met een stevig ontbijt : een “bolso verde” ( zoiets als een grote oliebol vol met kaas), kwarteleitjes, ontbijtkoek en thee. De officiële ontvangst op het gemeentehuis gaat grotendeels aan mij voorbij omdat we met de groep onderwijs een privéschool gaan bezoeken. Jammer want later hoor ik dat het serieuze ambiance was op het gemeentehuis. De fanfare speelde de pannen van het dak en onze schepen Arsène werd op de danslvloer getrokken. De privéschool die we bezoeken noemt Garcia en is gelegen naast een hospitaal. Eerst nestelen we ons op de sofa in het bureau van de directrice. Catheline en de directrice staan versteld van de verschillende raakvlakken tussen hun scholen. Daarna gaan we drie klasjes binnen om de leraren en leerlingen in actie te zien. Wat opvalt is dat de kinderen rekensommen maken met heel grote getallen en daarna de controle moeten doen van hun gecijfer. Vanaf het moment dat de leerling aan het bord twijfelt stormen er enkele overijverige klasgenootjes naar het bord om hem of haar te helpen (dat kunnen we ons in Vlaanderen moeilijk voorstellen). In een ander klasje draagt een leerling een gedicht voor zonder plankenkoorts. Onze inbreng is het liedje “ik heb de zon zien zakken in de zee” waarbij we eerst de woorden zon, zakken en zee op het bord duidelijk maken. Tijdens het zingen, begeleid door Mieke op haar gitaar, beelden we de woorden uit en langzamerhand beginnen de kinderen ook mee te doen. De school maakt een vrij professionele indruk met heel gemotiveerde leraars en leraressen. De uitnodiging om te gaan eten naar de overdekte markt kunnen we niet afslaan. Op de trappen van de overdekte markt poseren we samen voor een groepsfoto. In de namiddag bezoeken we verschillende bibliotheken. De eerste is vrij goed uitgerust en krijgt steun van de CINAP. Boeken worden niet uitgeleend maar er kunnen wel kopijen worden meegegeven als de verantwoordelijke de kinderen kent die er om vragen. Op 23 april is er een traditie waarbij de man een roos geeft aan de vrouw en de vrouw een boek aan de man (zijn de vrouwen hier al slim genoeg…?). De tweede bib is klein en heeft heel weinig middelen. De verantwoordelijke begint een klaagzang, de hogergeplaatsten blijven er gelaten naar luisteren. In deze bib is er wel een jonge dynamische vrouw die samen met een Amerikaanse straatkinderen warm maakt voor een bib-bezoek. Tenslotte krijgen we een rondleiding in het Casa de la Cultura , dit gebouw wordt met middelen van de provincie onderhouden en het contrast kan niet groter zijn. Het gebouw heeft een theaterzaal die niet moet onderdoen voor onze eigen zaal de Stroming, een expositiezaal en een feestzaal te huur voor $300 per dag. ’s Avonds gaan we eten bij Lolita die ook een kinderopvangproject runt. Dit project slabbakte een tijdje door verandering van eigenaar, een gegeven dat dikwijls voorkomt wat de noodzaak van een goede kapitein aan het roer supernoodzakelijk maakt ! We sluiten de eerste dag in Guaranda af in het stamcafé Los 7 Santos. De burgemeester is ook aanwezig en we toasten met een pájaro azul (plaatselijk likeurdrankje) in de hand op een mooi verblijf en goede samenwerking tussen Evergem en Guaranda. Een Argentijnse zanger zorgt voor een echte Zuid-Amerikaanse sfeer, het enige dat ontbreekt is ruimte om een “danske te placeren”.
Dag 7 - Zaterdag 10 april
Een hartelijk welkom door Luz en haar gezin
De eerste dag in Guaranda neemt Rodrigo ons op sleeptouw. Met de bus rijden we naar het vertrekpunt voor een wandeling rond San Simón, één van de deelgemeenten van Guaranda. Als we halfweg zijn staan we stil voor rotsblokken die op de weg terechtgekomen zijn. Met vereende krachten kunnen we de grootste rotsblokken naar de kant duwen. Ondertussen is er al een tegenligger opgedoken en enkele kinderen staan ons zwoegen en zweten gade te slaan. Koen vertelt dat je aan het soort schoeisel kan zien hoe arm de mensen zijn. Onze toeschouwers hebben het zeker niet breed. Rodrigo beslist dat het beter is om over te stappen op een pick-up. In de laadbak van de pick-up vertelt hij honderduit over het leven van de indígenas. Zo is er ieder jaar op 21 september een rituele wassing om zuiver te zijn vooraleer het oogsten begint. Water is tegenwoordig een probleem want het is hier de laatste tijd heel droog geweest. Er wordt geïrrigeerd en regenwater wordt ook opgevangen in betonnen waterbekkens waarvan we straks enkele passeren. Ontbossing is ook een heikel punt. Vroeger gebeurde het kappen nog selectief, nu wordt alles gekapt met nare gevolgen zoals…wegversperringen door vallende rotsblokken. Door eucalyptus aan te planten beschikt men wel snel over hout maar deze boomsoort verbruikt enorm veel water. Tijdens de wandeling ontpopt Rodrigo zich als kenner van zijn streek. Hij vindt het jammer dat veel kennis over de natuur niet meer wordt overgebracht van vader op zoon en moeder op dochter. Onderweg wijst hij ons op verschillende geneeskrachtige planten en de quinoa plant. Deze graansoort, die heel voedzaam is, staat ook in mijn keukenkast want het is te koop in de Wereldwinkel. De quinoa is wel afkomstig uit Bolivia, dat de bakermat is voor dit product. De blaadjes van de quinoa plant vindt men niet in ons land maar ze zijn wel eetbaar. Na de fikse wandeling worden we uitgenodigd bij de schoonouders van Rodrigo. In hun huisje worden we hartelijk verwelkomd met schotels vol papas (aardappelen), vlees, bonen en aji. Zóveel eten krijgen we nooit op en woorden schieten ons tekort om hen te bedanken. Ze willen geen geld aannemen voor het eten maar als we aandringen zouden ze willen dat we een schenking doen voor de verlichting van de kerk die we na deze forse maaltijd met een bezoekje vereren.
Verder in San Simón zien we voor het eerst de afvalbakken staan van het afvalproject opgezet door Evergem en Guaranda. Een groene, blauwe en zwarte ton met daarboven uitleg wat waar in hoort. Het sorteren werkt niet altijd feilloos (soms belandt er eens iets in de verkeerde ton of worden de tonnen niet tijdig leeg gemaakt) maar het afval slingert niet meer op straat en in de natuur rond wat een grote stap vooruit is. Net buiten het dorp bezoeken we ook nog een molen die nog uit de Incatijd stamt. De molen maalt o.a. gerst en tarwe en het stilleggen van de molen gebeurt door het water af te leiden naar een andere richting. Bij de terugrit naar het hotel in Guaranda stijgt de spanning voor een aantal deelnemers want daar zullen ze voor de eerste keer hun gastgezin ontmoeten. Als we in het hotel aankomen staan ze nieuwsgierig uit te kijken en Koen bevrijdt ons door de indeling bekend te maken. Ik kom terecht bij Luz Maria Flores, een fiere moeder van twee zonen die enkele straten verder woont. Na enkele minuten sta ik voor haar voordeur en schudt de hand van Bolívar en José Luis. Ze zorgen ervoor dat ik me snel op mijn gemak voel en tonen mijn kamer voor de volgende dagen. Het is de eerste keer dat Luz bezoek krijgt van een Evergemnaar en zelf is ze vier jaar geleden in België geweest. Luz is lerares en heeft ook wat medische achtergrond. Bij haar bezoek in België heeft ze het Wit-Gele Kruis bezocht. De communicatie verloopt niet steeds van een leien dakje want als ik voor het avondeten met mijn pantoffels aan beneden de trap sta blijkt het dat we een hapje gaan eten in een bar…maar Luz, Bolívar en José Luis hebben heel wat geduld met mij. Geen moeite wordt gespaard om het mij zo comfortabel mogelijk te maken. Bolívar rijdt mij en Luz naar de kleine bar waar we kip met rijst eten. Na het eten gaan we te voet terug naar huis en bekijken we de film “A lotro lado”. Een ontroerende film over een hond die, jaren na de dood van zijn baasje, nog steeds stipt om 17u terugkeert naar het station en zijn baasje daar opwacht bij de terugkeer van zijn werk. Bolívar heeft hem al verschillende keren gezien en het raakt hem nog steeds diep. De film heeft tot gevolg gehad dat in het huis een hond van hetzelfde ras ronddrentelt. De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal in Japan. De eerste indruk van mijn verblijf bij Luz is een huis met gastvrije en warme mensen maar verschillende spullen slingeren in het wilde weg rond in het huis. Dit is een gezin dat het financieel duidelijk breed heeft (auto, tv, elke zoon een laptop,…) maar geld voor een kast om alles netjes op te bergen… of betrap ik mezelf erop dat onze manier van leven niet “de norm” moet zijn. Het is vooral de keuken die voor mij een doorn in het oog zou zijn want hygiëne kan heel wat ongemakken vermijden. U zal zich ongetwijfeld afvragen waar de vader van het gezin is, wel die is spijtig genoeg enkele maanden geleden gestorven aan longkanker. Dat Ecuador een heel katholiek land is merk ik net voor het slapengaan als vlak voor mijn kamer bij een Mariabeeldje enkele wierookstokjes worden aangestoken.

Dag 8 - Zondag 11 april
De minga : samen sterk door werk
Een minga is een dag gemeenschappelijke arbeid, dit kan zowel voor een individu (bv. een huis bouwen) als voor de gemeenschap zijn (bv. aanplanten van bomen). Koen heeft het kunnen regelen dat de datum van een minga is opgeschoven naar deze zondag. We gaan samen met een heel aantal indígenas 8000 yagual plantjes in de grond steken. Die grond bevindt zich in de páramo, een uiterst belangrijk ecosysteem dat zich op grote hoogte (tot 3500 m) bevindt in het Andesgebergte. Het wordt ook wel eens de “spons van de Andes” genoemd omdat hier het water wordt vastgehouden. Door landbouw en veeteelt kan de páramo zijn functie als spons nog moeilijk vervullen en om dit onevenwicht opnieuw te herstellen wordt yagual geplant. Onderweg naar de minga stoppen we even aan het standbeeld van Von Humboldt. Deze wetenschapper en ontdekkingsreiziger beklom een aantal bergen en deed onderzoek. De Humboldtstroom, de belangrijkste oceaanstroming van Zuid-Amerika is naar hem genoemd. Als we verder naar boven rijden zien we vicuñas opduiken.
Lama : naast de gewone lama die gefokt wordt zijn er nog drie soorten nl. de vicuña, alpaca en guanaco. Door de komst van de Spanjaarden in Zuid-Amerika was de vicuña bijna uitgestorven. Vicuña’s leveren zeer fijne en dus heel waardevolle wol.
Een vrachtwagen vol yagualplantjes staat ons al op te wachten op de plek van de minga. We laden ze allemaal uit de vrachtwagen en dan breekt een officieel moment aan. Arsène, de schepen van leefmilieu, plant het eerste yagualplantje onder luid applaus. Daarna is het aan ons, we verspreiden ons in groepjes van vier à vijf. Eén graaft een putje met de houweel, de ander plaatst het yagualplantje in het putje en maakt het dicht. De plantjes mogen niet te dicht bij elkaar geplaatst worden. Als ik het houweel overneem van de indígenavrouw sta ik na een paar putjes al stevig te zuchten. Hoed af voor de snelheid waarmee ze de putjes graaft in deze ijle lucht. We willen wel eens weten hoe de plantjes eruit zien als ze groot zijn en Koen neemt ons mee naar zo’n plaats. De bus rijdt zover mogelijk en daarna stappen we nog een dik halfuur in de gietende regen. Uiteindelijk komen we aan bij een bos volgroeide yagual, grote kronkelende takken geven ons een magisch gevoel. “The sky is the limit” denken sommigen en een paar liefhebbers gaan op de Chimborazo naar de hut op 5000 m. Dit laat ik links liggen omdat ik deze adembenemende tocht op de vorige Ecuadorreis al heb afgelegd.
’s Avonds eet ik samen met Bolívar een rijkelijke maaltijd : vis, kip, drie grote aardappelen en sla met een glaasje wijn ! Vóór en na het eten gaan ik en Bolívar het wereldwijde web verkennen. We wisselen mailadressen uit, surfen naar de website van Gent en Evergem, kijken welk weer het is in België, bekijken foto’s van mijn kangoeroewoning,… . Ik wil mijn gastgezin trakteren op café maar op zondag is hier niets open. We nestelen ons dan maar voor de tv totdat Luz een tijdschrift uit de kast haalt van het Wit-gele Kruis (Kruispunt). Dit werd opgestuurd door Annemie na haar bezoek aan België. Een hele pagina is gewijd aan het bezoek van Luz en ik word natuurlijk gevraagd een vertaling te geven. Luz stelt voor dat ik langer blijf maar dat laat het programma helaas niet toe…de gastvrijheid kent hier geen grenzen. Op tv is er voetbal, heel populair in Ecuador, en de echtgenoot van Luz was ook een groot voetbalfan. Eén van de ploegen die speelt is Barcelona, nee niet het Barcelona dat wij kennen uit Spanje maar er blijkt in Ecuador ook een Barcelona te spelen.

Dag 9 - Maandag 12 april
De boeken zijn in goede handen
Vandaag bezoeken we de gemeenteschool Simón Bolivar. We gaan ons lesje milieu uit de doeken doen. Nathalie is snel goed op dreef en Catheline kan haar wijze woorden bijna niet tijdig vertalen. De oplossing voor het afvalprobleem wordt aan de hand van de ladder van Lansink uitgelegd. De ladder beeldt de volgorde uit wat we met het afval best aanvangen : bovenaan staat reducir (verminderen), een trapje lager reutilizar (hergebruiken), vervolgens reciclar (recycleren) en als het echt niet anders kan botar (weggooien) of quemar (verbranden). De leerlingen zijn heel enthousiast en op het eind van de les wordt de theorie in de praktijk omgezet en worden de kinderen de speelplaats opgestuurd om al het afval op te ruimen. Er wordt een aardig hoopje afval verzameld en Catheline dropt het in een vuilnisbak. Daarna haalt Mieke haar gitaar boven en is er tijd voor een muzikale noot.
Tijdens de speeltijd tonen de kinderen ons hun kunstjes met de tol en spelen we volleybal. ’s Middags schuiven we aan bij de warme maaltijd (rijst met tonijn) en bij het afscheid wordt een gedicht voorgedragen door een dapper jongetje.
Om een stand van zaken te krijgen wordt in de namiddag een zogenaamde charla georganiseerd, een vergadering met alle groepsleden en verantwoordelijken uit Guaranda. Iedereen doet zijn duit in het zakje. Op het einde volgt de officiële overhandiging van de drinkbekers en vooral de kinderboeken ! Myriam, een enthousiaste en dynamische vrouw, zal zich ontfermen over de boeken en ervoor zorgen dat zoveel mogelijk kinderen de kans krijgen om er in te lezen. De huidige wat oudere voorzitter heeft volgens ons een wijs besluit genomen om Myriam aan te stellen voor deze taak.
’s Avonds worden we getrakteerd op een maaltijd samen met enkele hooggeplaatsten en de gastgezinnen. De burgemeester komt later toe omdat zijn moeder in het ziekenhuis is opgenomen na een ongeval. Ze blijkt al aan de beterhand zodat de avond niet in mineur eindigt. Dat Ecuadorianen echte feestneuzen zijn ondervinden we na het eten. Op het gemeentehuis staat de fanfare ons op te wachten voor een authentieke dansavond. Een zoet drankje wordt geserveerd en smeert niet alleen de keel maar ook de beentjes worden heel flexibel. Na de “fiesta” maak ik nog enkele foto’s van mijn gastgezin (en zij van mij !) want dit is de laatste avond bij mijn gastgezin in het centrum van Guaranda. Een onvergetelijke ervaring die een vervolg krijgt de volgende dagen in Simiatug.

Dag 10 - Dinsdag 13 april
Simiatug
Gisteren bezochten we een school van mestiezen, vandaag bezoeken we een indígenaschool. Onmiddellijk vallen een aantal verschillen op : het schooltje heeft minder middelen en de kinderen zijn veel timider. Kathleen brengt, omringd door een heel aantal leerlingen een verhaal uit onze boekenkoffer terwijl de werkgroep onderwijs hun lesje in afvalbeleid terug opvoeren. De indígenas moeten letterlijk aangemoedigd worden om antwoord te geven als een vraag wordt gesteld. Beduusd en niet goed beseffend wat hen overkomt zitten ze stilletjes op hun stoel. De reden hiervoor moet in het verleden gezocht worden. Jarenlang zijn de indígenas onderdrukt door de conquistadores en dat laat zijn sporen na. Gaandeweg groeit het vertrouwen in de vreemde bezoekers. Na het lesje afval tonen ze hun rekenkunsten met Taptana Yupachic. Dit is een bord vol met kroonkurken en door zaadjes in de kroonkurken te droppen leren ze rekenen. We worden uitgenodigd om samen met de lesgevers te eten. Eerst een stevig soepje met quinoa, aardappelen en vlees en daarna een schotel met vis, aardappelen en groenten, we kunnen er terug tegenaan. Na het eten worden we uitgebreid bedankt voor het bezoek en wordt een verzoek gelanceerd om contact te houden. Koen is eerlijk en zegt dat we dit zullen bekijken maar de communicatie is een heikel punt, deze school heeft geen internetverbinding. We maken nog een rondje in de biologische moestuin terwijl in de school volop muziek wordt gespeeld, ambiance in de keet ! Voordat we de bus instappen maken we kennis met het (smerige) sanitair van deze school, hier is nog wat werk aan de winkel, maar we bewaren vooral de hartige ontvangst van de lesgevers en leerlingen.
De samenwerking van Guaranda met Evergem begon met het afvalproject. Dit project loopt al een hele tijd en de resultaten tot nu toe zijn bemoedigend. Johan, de bezieler van het afvalproject, is terecht fier op de bereikte resultaten. Er slingert veel minder afval rond in Guaranda. Op dorpsniveau hebben we al kunnen kennismaken met de blauwe, zwarte en groene tonnen (zie dag 7 - zaterdag 10 april). Nu gaan we het stort gaan bekijken even buiten Guaranda. In het begin waren de mensen die werken op het stort (de minadores) moeilijk te benaderen en het heeft ongeveer één jaar geduurd om het vertrouwen te winnen. Er werken op dit moment ook geen kinderen meer op het stort. Het eerste dat ons opvalt is dat het stort zich vlakbij een rivier bevindt ?! Er zou een onderzoek zijn uitgevoerd waaruit blijkt dat het stort weinig invloed heeft op de waterkwaliteit… . Het stort zal wel worden verplaatst zodat er in de toekomst nog twee storten zullen zijn, één in Guaranda en één in San Simón. De minadores vertellen over hun werk. Ze verdienen $8 per dag waarbij ze, voorlopig zonder bescherming, het afval sorteren dat wordt afgeleverd. We staan onder een open opslagplaats, die is gefinancierd door Evergem, waar karton wordt verzameld. Een eindje verder zijn 8 betonnen ondergrondse bakken geplaatst voor de opslag van klein gevaarlijk afval. De bereikbaarheid van het afval is wel moeilijk omdat de opening zich niet in het midden van de bakken bevindt…een spijtige zaak. De plannen i.v.m. het afvalbeleid zijn groots, op papier bestaat er al een intercommunale tussen Guaranda, Chimbo en San Miguel. Vooraleer we koers zetten naar Simiatug bezoeken we nog een biologische boerderij. De biologische boerderij wordt uitgebaat door een Spaanse zuster, ze kweekt groenten (zelfs met druppelirrigatie), fokt varkens en toont ons een systeem om water te filteren. De boerderij is heel goed uitgerust en is een belangrijke werkgever in de streek. Een mooi project maar later komt onze werkgroep kinderopvang te weten dat zich vlakbij haar project een kinderopvang bevindt waarin kinderen in bijzonder armoedige omstandigheden worden opgevangen. Een hobbelige rit van dik twee uur scheidt ons nog van Simiatug, één van de armste parroquias van Guaranda. Goed dooreengeklutst worden we hartelijk ontvangen in een vrij nieuw hotel. Patrick en Nadine staan hun plaats in een gastgezin af aan mij en Joost en zo komen we terecht bij Angelina, haar man Mariano en haar vijf kinderen. Het is al pikkedonker en de eerste indruk is een primitief huis waarin wel alles aanwezig is (leefruimte, keuken, douche, frigo).Het huis bestaat eigenlijk uit twee gebouwen, in een eerste bevindt zich de keuken met daarnaast het toilet en de douche, in het tweede de leefkamer en slaapkamers. Joost en ik krijgen het bed op het gelijkvloers van het tweede gebouwtje. Het bed heeft geen matras maar enkele matten en de kamer is versierd met posters van films en Hollywoodsterren. Aan het plafond is krantenpapier aangebracht om de ruimte wat te isoleren. De hond maakt nog wat kabaal maar uiteindelijk vallen we toch in slaap in één van de hoogst gelegen plaatsen van Guaranda.

Dag 11 - Woensdag 14 april
Indígenas staan op
Na een stevig ontbijt bij Angelina (soep met tortilla’s) bezoeken we een schooltje voor ons laatste lesje in afval. Bij het binnenkomen van het klaslokaal merken we zes computers op, die bedekt zijn met plastic tegen het stof. Na het lesje bezoeken we net buiten het centrum een gebouwtje waar het afval van Simiatug wordt gesorteerd. Het oogt heel professioneel : het gebouwtje is ingedeeld in zones voor papier, plastic, karton en glas. Batterijen en spaarlampen vormen nog een probleem vertelt ons Alvaro Alban van de FEPP. Naast het gebouwtje wordt compost gemaakt met het organische afval. Op de terugweg naar het centrum smijten enkele leerlingen papiertjes op de grond, die hebben daarnet duidelijk niet goed opgelet ! ’s Middags worden we op sleeptouw genomen door een Zwitserse die al 31 (!) jaar in Ecuador woont waarvan 24 jaar in Simiatug. Ze heeft een vrouwengroep opgericht die allerlei winkeltjes hebben opgestart. Vooraleer we de verschillende initiatieven bezoeken getuigt een indígenavrouw over het leven in Simiatug. Tot 1981 was Simiatug geen echt dorp maar een hacienda. De eigenaar speelde onder één hoedje met de kerk. De mensen werden verplicht om werken uit te voeren op de hacienda. Er bestond toen al een hele tijd een wet waarin stond dat de inwoners vrij waren maar die werd niet toegepast. Een pater die de strijd heeft opgenomen voor de onderdrukte indígenas heeft ze kunnen “bevrijden”. Deze getuigenis is heel belangrijk om te kunnen begrijpen hoe het komt dat indígenas timide zijn. Tot op vandaag denken veel indígenas dat ze niets kunnen en kennen en alles maar moeten aanvaarden wat hen wordt opgelegd. Het opkrikken van het zelfvertrouwen en weerbaarder maken van indígenas zou dus wel eens meer effect kunnen hebben dan containers vol materiaal naar hier te sturen, een heel belangrijke les voor alle westerlingen die hier, met de beste bedoelingen, projecten komen opzetten !
Het eerste initiatief dat we bezoeken is een atelier waar een achttal vrouwen de mooi versierde doeken die de vrouwen thuis maken omvormen tot tassen, pannenlappen, ovenwanten, pennenzakken,… . Er is heel wat werk aan zo’n doek. De vrouw die ons begeleidt is zelf bezig aan een doek en ze doet er twee maanden over. Eerst wordt een tekening gemaakt, daarna volgt het naaien. Voor de vrouwen is dit werk eigenlijk een tussendoortje tijdens het hoeden van het vee, bij het wachten op de bus,… . Ze krijgen geen vast loon maar worden betaald afhankelijk van de verkoop. Het ziet er allemaal heel degelijk uit en omdat mijn ovenwanten en pannenlappen versleten geraken koop ik er van elk twee. We passeren nog langs een schrijnwerkerij, een ateliertje waar speelgoed wordt gemaakt en het internetlokaal van Simiatug. Ons enthousiasme over het aantal computers dat in het lokaal staat opgesteld wordt een beetje getemperd als we horen dat er sinds twee weken geen internetverbinding is… de techniekers behandelen zo’n afgelegen plekken die moeilijk te bereiken zijn heel stiefmoederlijk krijgen we te horen. Jammer want het internet bevordert het contact met Guaranda en de rest van de wereld maar een betere weg hiernaartoe is en blijft toch ook belangrijk. We sluiten onze “ronde van Simiatug” af met een interessant project nl. Herbasal. Hier worden zakjes kruiden gemaakt. De zakjes zijn een mengeling van verschillende soorten kruiden. Tijdens de rondleiding komen we te weten dat het heel wat voeten in de aarde heeft om tot het eindresultaat te komen : drogen, ozonisatie en verpakken.
Johan heeft een poging gedaan om, net zoals de confituur, de kruiden te verkopen via de Oxfam-Wereldwinkels. Dit is tot nu toe niet gelukt om verschillende redenen :
- Er is te weinig productie
- Oxfam werkt samen met partners die een exportvergunning moeten hebben,
Herbasal heeft die niet.
- Oxfam vond het potje te groot, de consument verkiest kleinere potjes
Johan en Koen spelen met het idee om de kruiden enkel via de Wereldwinkel in Evergem te verkopen, dit zou een unicum zijn…
Er is wel een tijdje export geweest naar Japan maar daar is om een onduidelijke reden een eind aan gekomen. Ieder van ons slaat een voorraad in om thuis eens te proberen en omdat het nogal ver is, zolang de kruiden niet in België verkrijgbaar zijn.
’s Avonds maken we verder kennis met onze gastfamilie. We tonen elkaar foto’s en de kinderen zetten een DVD op van traditionele dansen uit Otovalo. We zitten op de eerste verdieping op het bed van de kinderen (een leefruimte zoals wij die kennen hebben ze blijkbaar niet). De vader komt in de loop van de avond thuis en is heel nieuwsgierig naar het land waar zijn gasten vandaan komen. Hij is al één keer naar Italië gereisd op uitnodiging van Italianen die in Simiatug woonden. Vroeger werkte hij als arbeider maar na een arbeidsongeval waarbij een deel van zijn arm verlamd is werkt hij bij een radiostation. Moeder komt ons zeggen dat het eten klaar is en we gaan naar beneden waar we aan een lange tafel genieten van soep, ei met groenten en een warme drank met suiker. Bij de fotoshoot zijn ze erg geïnteresseerd in de digitale camera. Ze vragen of het mogelijk is om er één te kopen in België en mee te brengen bij het volgende bezoek van Koen. Het is niet de eerste keer dat onze gastfamilie buitenlanders ontvangt, bij de vorige jongerenreis hebben twee deelnemers hier ook overnacht. Een jongen en een meisje, vooral de jongen heeft een grote indruk nagelaten (letterlijk en figuurlijk want het was een grote kerel).

Dag 12 - Donderdag 15 april
Smullen van cuy
Voor Joost is het een korte nacht, hij wordt immers verwacht op een vergadering in het centrum van Guaranda waar besproken wordt hoe het verder moet met de stedenband. Hij ruilt om 5u het oncomfortabele bed voor een even oncomfortabele busrit naar beneden. Ik ga de handen uit de mouwen steken en Angelina helpen in het dagelijkse huishouden. Het gezin heeft nog op een andere plaats grond liggen maar we blijven rond het huis. De kippen krijgen hun portie maïs en water en ook het varken krijgt zijn ontbijt voorgeschoteld. De meeste gezinnen kweken ook cavia’s (hier cuy “lees koej” genoemd) die hier een echte delicatesse zijn en daarvoor moet er gras worden gemaaid. Angelina maait het gras en wikkelt het in een doek die ze op haar rug bindt. Ze legt het gras te drogen op enkele golfplaten op de binnenkoer. Speciale gasten vragen een aangepast menu zal Angelina gedacht hebben en vandaag zal ze voor ons cavia klaarmaken. Ze tovert het drie maanden oude beestje uit een zak (het is gelukkig al morsdood) en dompelt de cavia in een pot kokend water om de haren te verwijderen. Elk haartje moet eraf want vooraleer ze het mes in de cavia zet houdt ze hem (of haar ?) boven het gasvuur. Terwijl ze de ingewanden eruit haalt begin ik de aardappelen te schillen. Behalve aardappelen eten we bij de cavia ook een groente die het best te omschrijven is als iets tussen ajuin en aardappel. De cavia staat enkele ogenblikken later te sudderen met een soort groente die op prei lijkt. Op mijn vorige reis heb ik ook cavia gegeten en vond het maar een taai beestje maar dit is andere koek. MUY RICO!(zeer lekker) dit is het minste dat kan gezegd worden van het malse vlees dat fijner smaakt dan kip. De bijhorende groenten maken de maaltijd compleet “delicioso”!. Een cavia kan tot twintig jongen werpen per jaar en brengt 3 à 4 dollar op, dit is dus een leuk appeltje voor de dorst voor veel Ecuadoriaanse gezinnen. Zelf eten ze ongeveer twee keer per maand cavia, het enige vlees dat ze maandelijks eten. Als er te weinig gras is voor de cavia’s krijgen ze graan. De grote pot met kokend water gebruikt Angelina in de namiddag om “candela” in te koken. Een soort graan dat in een drankje wordt gebruikt en dat volgens haar veel energie geeft, dat is wel nodig voor de vele inspanningen die de dagelijkse arbeid vergt. Water wordt aan de kook gebracht met een pot op hout en dat geeft veel rook, ik krijg er de tranen van in de ogen maar Angelina gaat overstoord door…. . Omdat het de laatste uren zijn in het gezin haal ik mijn geschenken uit voor de kinderen : een kleine wereldbol, een autootje en een spel kaarten. Veel speelgoed hebben ze niet maar zoals overal spelen kinderen dikwijls met alledaagse dingen of ze helpen ook met de huishoudelijke taken. Vlak voor de keuken merk ik een aantal tonnen op waar het afval wordt gesorteerd, het afvalproject van Evergem wordt hier dus goed toegepast. Als Joost terugkomt heeft hij goed nieuws, de samenwerking wordt met minimum drie jaar verlengd en een wet die het afvalbeleid verder uitwerkt is na twee stemrondes aangenomen.
We praten na terwijl de duisternis langzaam greep krijgt op Simiatug. Wat de vader wil weten is hoeveel een huis in België kost. Het bedrag is voor hen natuurlijk astronomisch hoog maar we moeten er wel bijzeggen hoeveel het gemiddeld inkomen is om alles in zijn context te plaatsen.
We maken ook duidelijk dat de meeste belgen een vrij luxueus leven leiden maar dat er ook zijn die de eindjes moeilijk aan elkaar kunnen knopen. Maar daarvoor zijn er de “vangnetten” die hier veel minder aanwezig zijn. We gaan samen naar het hotel waar we ons terug bij de groep voegen en met een krop(je) in de keel afscheid nemen van Angelina en haar gezin waar Joost en ik een onvergetelijke tijd hebben doorgebracht.

Dag 13 - Vrijdag 16 april
La Carlita
Net vóór we Facundo Vela binnenrijden stoppen we eventjes bij een composteringsplaats. Nu worden nog wormbedden gebruikt maar in de toekomst zal de compost manueel worden bereid. Dat is een hele klus (werk voor 13 personen) maar zal nog een beter rendement geven.
Na een lange, hobbelige tocht komen we uiteindelijk aan in het centrum van Facundo Vela waar de confituurfabriek La Carlita zich bevindt. Hier begint het tropisch gedeelte van Guaranda, toch een ander klimaat dan Simiatug. Doordat het dorp zo afgelegen is komen hier weinig mensen langs en worden ook geen grote investeringen gedaan. Een bus met buitenlandse gasten is dus een niet-alledaags moment. In 1977 werd het project opgestart door zuster Carlita en later kreeg ze veel steun van Italiaanse Salesianen. Eén van de Italiaanse Salesianenpaters heeft veel lovende woorden voor Johan en de pater herhaalt verschillende keren dat het een hele onderneming is om tot hier te komen. Als we de confituurfabriek naderen verwelkomen een aantal kinderen ons met grote handen die uit karton gesneden zijn. Elisabeth Calero is de drijvende kracht achter de confituurfabriek, zij is verantwoordelijk voor de eindcontrole en neemt nog veel andere taken op zich, teveel om goed te zijn. Zij leidt ons rond en legt het hele proces uit.
Zonder in detail te treden zijn er drie stappen :
1e stap = voorbereiding (ontpellen, spoelen)
2e stap = koken
3e stap = potjes vullen en etiketteren
Het pellen, vullen en etiketteren gebeurt manueel, het koken machinaal. Speciaal voor ons wordt nog eens getoond hoe het koken manueel gebeurd. Een man staat in een pot confituur met een temperatuur van 120 °C constant te roeren om te vermijden dat de confituur uit de kom spat.
Voor de suiker is Carlita nog op zoek naar fairtradesuiker die de smaak niet verandert, wat tot nu toe nog niet gelukt is. Voor de glazen potjes is er maar één leverancier in Ecuador. Met de inhoud van de potjes is er wel een probleem, de potjes moeten steeds een inhoud hebben van exact 300g maar om ze luchtdicht te vullen mag het potje niet tot de rand gevuld worden en is er dikwijls maar 295g confituur in het potje. Later komen we te weten dat de deksels ook een obstakel zijn. De export naar Europa loopt via Italië en die eisen klikdeksels, die hier niet zomaar te verkrijgen zijn. Op het einde komen we aan de voorraad en zien we dat er maar liefst 17 soorten confituur worden bereid. Vanaf oktober 2010 kunnen twee soorten confituur gekocht worden in de Wereldwinkels namelijk mora (braambessen) en guave-passievrucht. Als dank voor ons bezoek krijgt iedereen een potje aardbeienconfituur. We krijgen ook de kans om in het winkeltje vlakbij de fabriek een extra potje (of potjes) te kopen, een kans die we natuurlijk niet laten liggen. Na het eten, met als dessert een proefje van de chamburro confituur, wandelen we met Christina naar een suikerrietplantage. Met behulp van een Engelse organisatie werd een machine aangekocht om het suikerriet tot alcohol te distilleren. We proeven van het straffe spul (80° alcohol) dat ons keeltje in vuur en vlam zet. Na het onvermijdelijke afscheid volgt een lange busrit naar Guayacuil, de grootste stad van Ecuador waar we morgen het vliegtuig huiswaarts nemen.
Ter gelegenheid van de Week Van de Fairtrade heeft Elisabeth Calero de eerste week van oktober 2010 een bezoek gebracht aan België. Ze was uiteraard ook te gast in Evergem waar ze meer uitleg geeft gegeven over La Carlita. Inmiddels is er een partnergroep Fairtrade in het leven geroepen die de band met de confituurfabriek levendig wil houden. De verkoop van de confituur verloopt vlot wat een opsteker is voor Evergem en Guaranda.

Dag 14 - Zaterdag 17 april
Vulkaan gooit roet in het eten
In Europa wordt het nieuws beheersd door de uitbarsting van de Ijslandse vulkaan Eyjafjallajökull. Onzekerheid sluipt in de groep “hoe lang wordt ons verblijf verlengd ?” is de vraag die ons de eerste uren bezighoudt. Arsène beslist om zijn zoon in Peru te bezoeken, de rest van de groep zal in Ecuador er het beste moeten van maken. ’s Namiddags wandelen we door Guayaquil waar we het leguanenpark passeren en vanaf de boulevard Malecón de kleine koereiger over het water zien zweven. Guayaquil heeft minder te bieden dan Quito en Koen stelt voor om morgen een boottocht te maken langs de mangroves in het gebied Manglares Churute.
Dag 15 - Zondag 18 april
Vogels spotten in Manglares Churute
Sommige gebieden van het mangrovegebied zijn gesloten door het broedseizoen maar er valt nog heel wat te zien verzekert de gids ons. Dat er knappe vogels rondfladderen hier bewijst volgend verhaal. Een van de vele soorten reigers vangt zijn dagelijkse portie vis door een vliegje te laten vallen op het water waarna hij wacht tot een vis naar de oppervlakte komt om het vliegje te verorberen. Naast vogels zijn krabben de hoofdrolspelers in dit mooie natuurgebied. De vangst wordt beperkt, 1000 vissers mogen elk maximum 80 krabben per dag vangen. Om de mangrove leefbaar te houden zijn meer dan 50000 krabben nodig per hectare. De krabben geven zuurstof aan de mangrove door een kuiltje te graven en de verdorde bladeren van de mangrove zijn een lekker hapje voor de krabben, een perfecte symbiose ! De krabbenwereld is een machowereld want slechts 5 % van de krabben is vrouwelijk en…de heren zijn goed geschapen, ze hebben twee penissen. Als afsluiter lopen we een eindje door het regenwoud waar brulapen hun naam alle eer aandoen en een hels kabaal maken. Iedereen is heel opgetogen over de prachtige dag in het rijke natuurgebied en de volgende dag landen we als één van de eerste Europeanen na de vulkaanuitbarsting op Schiphol.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Actief sinds 21 Juli 2011
Verslag gelezen: 1319
Totaal aantal bezoekers 44381

Voorgaande reizen:

05 Juli 2015 - 20 Juli 2015

Estland en Sint-Petersburg

01 December 2014 - 19 December 2014

Burkina Faso II

03 September 2013 - 21 September 2013

Balkan

10 December 2011 - 27 Januari 2012

Burkina Faso I

04 April 2011 - 18 April 2011

Spanje-Maestrazgo en citytrips

04 April 2010 - 18 April 2010

Stedenband Evergem-Guaranda

11 September 2009 - 18 September 2009

Noord-Portugal en Salamanca(Spanje)

11 Juli 2008 - 18 Juli 2008

Het Deense eiland Funen

27 Oktober 2007 - 03 November 2007

Bizarre rotsformaties in Cappadocië

08 Juli 2007 - 20 Juli 2007

Senegal, een eerste kennismaking met zwart Afrika

22 Juli 2006 - 01 Augustus 2006

Julische Alpen (Slovenië)

08 Juli 2006 - 21 Juli 2006

Garfagnana-een vergeten stukje Toscane

09 Juli 2005 - 29 Juli 2005

Keizersteden in Marokko

02 Juni 2005 - 05 Juni 2005

Waddeneiland Terschelling

09 Juli 2004 - 30 Juli 2004

Ecuador-Zuid-Amerkia in een notendop

18 Juli 2003 - 29 Juli 2003

Natuurpracht in Noorwegen

18 Juli 2002 - 01 Augustus 2002

Het groene Groot-Brittannië

14 Juli 2001 - 30 Juli 2001

Slovakije

08 Juli 2000 - 16 Juli 2000

Ierland

10 Juli 1999 - 25 Juli 1999

La Gomera

17 Juli 1998 - 26 Juli 1998

Barcelona en Penedes

08 Juli 1997 - 16 Juli 1997

Fietsen in Jutland

16 Juli 1996 - 23 Juli 1996

De Grote Merentocht (Pyreneeën)

30 November -0001 - 30 November -0001

Thuis

Landen bezocht: