Weeskinderen van Villy
Blijf op de hoogte en volg Tom
22 December 2014 | Burkina Faso, Ouagadougou
De moto is vooral op het platteland het snelste vervoermiddel. Nadat
het asfalt is opgehouden rijden we vlotjes tussen de putten naar
Villy. Links en rechts van ons gierstvelden, het belangrijkste gewas
hier. Het wordt in juni gezaaid en in oktober geoogst. Na een halfuur
bereiken we het schooltje waar ook de weeskinderen les volgen. De
directeur ontvangt ons in zijn bureau en maakt ons direct een illusie
armer. Onderwijs is niet gratis, voor een leerling die zich voor het
eerst inschrijft loopt de factuur gauw op tot ongeveer 35000CFA of 50
euro. Daarin zit het schoolgeld, de boeken, de carte scolaire
identité, uniform, bijdrage voor oudercomité en
bibliotheekkaart...terwijl er geen bibliotheek is. Tijdens de middag
is er een maaltijd voor 100 CFA en die is vooral populair als
spaghetti op het menu staat, dat krijgen ze immers zelden thuis.
Andere maaltijden zijn rijst of bonen. Drinken moet zelf meegebracht
worden of kan gekocht worden bij vrouwen die iets verderop onder een
boom zitten. Het water komt van een waterput. Regelmatig zijn kinderen afwezig door ziekte of omdat ze moeten meehelpen op het veld of in het huishouden. We gaan eens een kijkje nemen in de kantine, een klein gebouw waar twee vrouwen beginnen aan de bereiding van het middagmaal. Eén van de vrouwen heeft zes kinderen en is nog niet van plan ermee te stoppen ! Omdat eten geserveerd word rond 12u hebben we nog tijd om het ziekenhuisje (dispensaire) te bezoeken. Een verpleger (geen dokter hier) maakt wat tijd vrij tijdens zijn consultatie. In het gebouw is een ziekenzaal, vaccinatiezaal en een ruimte voor sterilisatie van materiaal. De zieken kunnen maximaal drie dagen hier verblijven, daarna moeten ze naar huis of naar Koudougou. Een consultatie kost 100 CFA (0,15 euro) maar aan het materiaal dat voorhanden is kan de verpleger niet veel verrichten. Verderop is er de materniteit. Dit gebouw is betaald door een privépersoon maar dringend aan herstelling toe, tijdens het regenseizoen stroomt het water binnen want het dak lekt. In de verloskamer twee bedden geschonken door Fransen. In de kamer voor
nazorg hebben alle bedden een muskiettennet. Verderop staat de
ambulance...in panne. Medicijnen, de meest elementaire, zijn te
bekomen in een ander gebouwtje. Terwijl we teruggaan naar de school
zien we één van de schoolkinderen die in de wachtzaal zat. Het blijkt
Pascal Zongo te zijn, één van de weeskinderen die gesteund worden door
A.A.C.O.D.E.K. Moïse zegt hem zeker tegen 12u naar de school te komen
want we willen de weeskinderen een maaltijd geven. Rond 12u roept
Moïse alle weeskinderen bijeen. Heel verlegen komen ze afgewandeld.
Iedereen stelt zich voor en Moïse vraagt hen hun problemen uit te
leggen...schuchter leggen ze uit dat ze het schoolgeld, het
middagmaal, het uniform,... niet kunnen betalen. Het op de rooster
leggen van de weeskinderen geeft me een wat ongemakkelijk gevoel. Drie van de zeven weeskinderen hebben nog nooit gedubbeld. Er kan maar één keer gedubbeld worden daarna moet men naar een andere school. Als dat gebeurt zorgt Moïse ervoor dat ze op de school van Saria
terechtkunnen. Ik vraag of ze nog andere broers of zussen hebben.
Moïse stuurt één van de weeskinderen naar de kantine om te vragen of
er nog eten is. Alles is op, de porties zijn hier namelijk vastgelegd.
Aan de overkant van de school is er een klein restaurant en daar is
nog rijst met saus te krijgen. We hebben nog een halfuurtje, dat zal
dus nog lukken om de weeskinderen toch nog met een volle maag op de
schoolbanken te sturen. Sommige kinderen leggen tot 15 km(enkel !) te
voet af om de school te bereiken. Dikwijls komen ze dan ook te laat
toe. Twee weeskinderen hebben een GSM, Moïse noteert hun nummers.
Op weg naar Moïses ouderlijk huis koopt hij wat vis vlakbij een klein
meer. Bij aankomst word ik voorgesteld aan zijn ouders (spreken jammer
genoeg geen Frans), de vrouw van zijn broer Jean-Baptiste
en de vijf kinderen. Het erf bestaat uit verschillende kleine gebouwen
met in het midden een luifel voor schaduw, twee opslagplaatsen voor
gierst, een overnachtingsplaats voor kippen en parelhoenders. Verder
is er ook nog een ezel die tijdens de nacht serieus van hem/haar laat
horen. Het toilet is een gat in de grond en de douche een emmer water.
Wel een raar zicht, ik zie elektriciteitskabels maar in het dorp is
geen aansluiting...de elektriciteit is er gekomen voor het project van
INERA (onderzoekscentrum landbouw en veeteelt) waarover later meer. In het dorp is het dus wachten op de aansluiting...GSM bereik is er wel.
Rond 20u wordt het wat frisser en Moïse trekt zijn training aan. Op
het erf krijgen we als voorgerecht to, het nationale gerecht en daarna
is er nog kip in een restaurant rechtover het erf. De eigenaar is één
van de weinige in het dorp die een auto heeft. Hij is rijk geworden
door zakendoen in Koudougou, het eigenaardige is wel dat hij niet veel
Frans kan...enkel voor zaken dan hij zich uit de slag trekken. Hij
heeft drie restaurants waar familie helpt. Veel klanten komen er
echter niet over de vloer, de meeste dorpbewoners kunnen het zich niet
veroorloven. We proeven eens van de plaatselijke rum, spotgoedkoop
maar geef mij maar een brakina.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley