Burkinabé dol op dolo
Blijf op de hoogte en volg Tom
25 December 2014 | Burkina Faso, Ouagadougou
Op het dunne matje op de harde ondergrond met regelmatig gebalk op de achtergrond van een ezel heb ik niet veel geslapen. Moïse daarentegen lag in de kamer naast mij al snel in dromenland. Hij stelt voor om de volgende dagen te overnachten in een auberge die bij het project van INERA hoort. Daar is ook elektriciteit en stromend water. Als ontbijt eten we de vis die hij gisteren gekocht heeft met brood. Ons eerste bezoek vandaag is de conseil(raadgever van het dorp). Op weg naar hem komen we de jeugdverantwoordelijke van het dorp tegen die ook lid is van A.A.C.O.D.E.K. De bewaker van de school in Saria gaat ook mee. De conseil verwacht een kleine bijdrage (1000 CFA=1,5 euro) maar ook de imam van het dorp is erbij en die verwacht hetzelfde bedrag. Tijdens het keuvelen (in het mooré...voor mij dus onbegrijpelijk) zie ik twee mannen achter een kip aanhollen. Dit blijkt mijn cadeau te zijn zodat we onze weg verderzetten met een levende kip bengelend aan het stuur. Aan een veldje stoppen we even om te kijken wat er zoal wordt verbouwd. Vooral kolen en een pikante specerij die wordt gegeten bij kip. Onze volgende stop is INERA(l’Institut de l’Environnement et de Recherches Agricoles). INERA is een onderzoekscentrum voor landbouw en veeteelt. In Burkina zijn er vijf districten waar onderzoek wordt gedaan en Saria is samen met een onderzoekscentrum in Senegal één van de oudste van West-Afrika. Er wordt vooral onderzoek gedaan op "petit-mil" (gierst) en sorghum. Die gewassen doen het hier goed omdat er weinig water nodig is. In de streek van Banfora,waar er meer neerslag is, doen rijst, katoen en maïs het goed. Als ik vraag of er ook met GGO(Genetisch gemanipuleerde organismen) worden gebruikt is het antwoord dat dit voor voedselgewassen in een testfase zit en voor katoen wel al wordt gebruikt. Buiten zijn een hele groep vrouwen bezig met een gewas in zakken te doen. Het gewas blijkt enkel voor veevoeder te worden gebruikt. Verder zijn mannen machinaal "calibrage" of scheiding aan het doen van sorghum, sesam en niébé. In de hangar liggen zakken vol met de drie gewassen. Er staat ook nog een oude machine, goed voor een museum. In een laatste fase wordt de vochtigheid van de gewassen gemeten. Blijkbaar is een Belgische NGO (Autre Terre) hier ook actief want in een artikel duikt de naam van het dorp Villy op: http://www.autreterre.org/fr/projects/13-baobab/36-le-theatre-au-service-du-developpement.aspx.
Iedere vreemde snuiter moet een bezoek brengen aan de "chef de village". Dat kost een luttele 2000 CFA (3 euro) en hiervoor krijgen we een bezoek aan de stuwdam achter zijn huis in de plaats. In het meer zien we niet alleen mooie lelies maar ook een minder lieftallig dier nl. een krokodil. De chef de village is blij met mijn komst en hoopt dat de ontwikkeling van zijn dorp er baat bij heeft. Op het erf van Moïse maak ik enkel familiekiekjes. Zijn vader is dolo aan het drinken. Dit is hier dé favoriete drank in het dorp. Het wordt gemaakt met water, sorghum en gist. Véél goedkoper dan Brakina vandaar dat de bar in het dorp niet veel klanten heeft. De namiddag beginnen we met een bezoek aan de lagere school van Saria. De directrice zegt dat het niet steeds de weeskinderen zijn die het moeilijkst hebben. Ook kinderen waarvan één van de ouders niet kan werken door bv. een handicap of drankproblemen hebben het hard te verduren. We nemen een kijkje in de klassen waar sommige leerlingen op de grond moeten zitten omdat er te weinig banken zijn ! Leraars en leraressen moeten hier dikwijls klassen met meer dan 80 kinderen de baas kunnen, hoedje af... .Er staan nochtans iets verderop enkele gebouwen leeg maar de daken zijn beschadigd. De directrice klaagt over te weinig steun van de overheid en zegt dat ze hierdoor wel schoolgeld moet vragen.
Een bezoek aan de markt van Saria is niet alleen een plaats om inkopen te doen maar vooral om dolo, veel dolo te drinken en mensen te ontmoeten. Zelfs als je geen geld hebt is er wel altijd iemand die je trakteert op een kom van dit gerstennat. Zo zit ik samen met familie van Moïse met een kom dolo de tijd te doden. Er wordt mij uitgelegd dat er twee varianten van dolo zijn, een milde en een straffe versie (de straffe noemt men "dolosé"). Echte mannen drinken altijd de straffe versie.
Als een man met een T-shirt met het opschrift "Bakkerij Spelier Sluis" erbij komt zitten krijgt de middag een Nederlands tintje maar de man spreekt helaas alleen vloeiend mooré.
's Avonds eten we in een andere bar van de rijke man uit het dorp en hij is zo blij ons terug te zien dat hij ons een kip schenkt. Die peuzelen we op met een Brakina. Moïse probeert de man te overtuigen ook lid te worden van zijn organisatie.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley